Boom testcentrum
Boom LVS
Klik op afrekenen om deze bestelling te plaatsen in de webshop van Boom test onderwijs.
Afrekenen Verder winkelen
  • Het Boom LVS
    • Over het Boom LVS
    • De toetsen
    • Advies
    • Wat kost het?
  • Verder oriënteren
    • Informatiebrochure aanvragen
    • Informatiebijeenkomst bijwonen
    • Afspraak maken
  • Meer
    • Artikelen
    • Boeken
    • Kennisbank Boom LVS
    • Ervaringen
  • Contact en service
    • Veelgestelde vragen
    • Contact
    • Over Boom
    • Support

Vijf veelgemaakte schrijffouten in groep 3 en 4 en wat je eraan kunt doen

Redactie | 29 juli 2020
Handschriftonderwijs is in Nederland een ondergeschoven kindje. Iedereen is het erover eens dat het een taak van het onderwijs is om kinderen te leren schrijven, maar tegelijk ontbreken kaders en richtlijnen, waardoor schrijfonderwijs soms tussen wal en schip valt. Dat schrijven met de hand belangrijk is lijdt geen twijfel; er is veel onderzoek naar gedaan. Maar hoe zorg je als leerkracht dat het in de klas de aandacht krijgt die het nodig heeft? Hoe geef je feedback die kinderen werkelijk helpt om beter te schrijven? In dit artikel leggen we vijf veelgemaakte schrijffouten onder de loep en geven we je tips voor hoe je met deze fouten aan de slag kunt gaan. Met gerichte aanwijzingen en wat extra oefeningen in de klas kun je je leerlingen snel weer op het goede (schrijf)spoor zetten.

Leren schrijven? Waarom eigenlijk? 

Om te communiceren hoef je tegenwoordig nauwelijks meer te kunnen schrijven. Wie schrijft er nog met de hand, los van boodschappenlijstjes en aantekeningen? Waarom zou je in dit digitale tijdperk nog goed moeten leren schrijven? Het antwoord zit in ons brein. Hersenonderzoek laat zien dat je beter leert lezen, spellen en rekenen als je letters, woorden en cijfers met de hand schrijft. Door de fysieke handeling van het schrijven worden nieuwe vaardigheden beter opgeslagen in het geheugen. ‘Wie schrijft, die leert!’

De 4 fases van leren schrijven

In de acht jaar dat kinderen op de basisschool zitten, veranderen ze van ongeletterde kleuters in vaardige schrijvers. Die ontwikkeling is grofweg in vier fases te verdelen.

Groep 1 en 2: voorbereidende fase 
Dit is de periode van beginnende geletterdheid, waarin kinderen de functie van schrifttekens ontdekken. Ze zijn bezig met papier en potlood, kleuren en tekenen verschillende vormen (bijvoorbeeld een poppetje en een huis) en patronen (rook uit de schoorsteen). Ze tekenen hun naam en worden daar steeds vaardiger in. Ze zoeken en maken letters op verschillende manieren en met verschillende materialen, en ze gebruiken kapitalen en kleine letters door elkaar. Alle letters zijn min of meer even groot.

Groep 3 en 4: aanvankelijke fase 
In deze tweede fase leren kinderen cijfers, letters, tekens en woorden schrijven. Ze leren de vorm van de letters en de positie ervan tussen hulplijnen. Verder leren ze systematisch werken in schriften en op werkbladen. Ze maken een grote sprong in deze tweede fase, en dus is goede feedback op terugkerende schrijffouten ontzettend belangrijk. 


Groep 5 en 6: voortgezette fase van handschriftontwikkeling 
In fase drie ligt de nadruk op het verkleinen van de regelbreedte, het verhogen van het schrijftempo met behoud van leesbaarheid, en het automatiseren van letters en woorden. Leerlingen maken in deze fase veel ‘schrijfkilometers’. Alleen systematische fouten hebben nog correctie nodig. Schrijven wordt een middel om taal op papier te zetten.

Schrijven in groep 7 en 8
Kinderen ontwikkelen in de laatste twee jaar van de basisschool een vlot persoonlijk handschrift. Schrijven is een automatisme geworden en het handschrift is vrij consistent in alle omstandigheden. Daarnaast worden kinderen in deze periode vaardig in het typen.


Zelf aan de slag met schrijffouten

Als leerkracht kun je in de aanvankelijke fase, in groep 3 en 4, de meeste invloed uitoefenen op de schrijfontwikkeling van je leerlingen. Hier kun je het verschil maken tussen zwakke en sterke schrijvers. In groep 3 en 4 ligt het accent op het aanleren van lettervormen, letterverbindingen, hoofdletters en cijfers. Tijdens deze aanleerfase hebben leerlingen directe feedback nodig om te voorkomen dat er fouten inslijpen. Een-op-eencontact is daarbij het meest effectief, omdat je als leerkracht dan precies kunt inspelen op wat een individuele leerling lastig vindt. We nemen je hierna mee langs een aantal veel voorkomende schrijffouten en laten zien wat je eraan kunt doen. 


1. De leerling maakt niet het juiste letterspoor (het ‘weggetje’ van de letter). Hij of zij begint bijvoorbeeld niet op de juiste plek.

  • Voeg pijlen toe die de schrijfrichting duidelijk maken, verwoord welke beweging je maakt, doe het voor en laat het nadoen. Pas de pijlen aan het individuele kind aan.
  • Gebruik stoplichtkleuren als ondersteuning. Via voordoen en laten nadoen, digibord of computer het letterspoor laten zien. De leerling volgt het spoor en oefent aansluitend.
  • Oefen eerst in het groot (regenboogletter): de leerling kan dan alle aandacht richten op het letterspoor.


2. De leerling maakt alle letters ongeveer even groot. Er is geen verschil in romp-, lus- en stokletters.

  • Geef individuele uitleg over de ruimtelijke indeling van letters aan de hand van grond-, dak- en kelderletters (of wortels, stam en takken).
  • Laat de leerling het grond(romp)gedeelte van de liniatuur inkleuren. Gebruik dit als geheugensteun tijdens het schrijven.

3. De leerling spiegelt letters en cijfers

  • Begin groep 3 komt spiegelen regelmatig voor, vooral bij linkshandige kinderen en blokschriftschrijvers.
  • Corrigeer spiegelingen zo snel mogelijk: een briefje op tafel met het juiste voorbeeld kan steun geven.
  • Betrek de leerling erbij en bespreek samen een geheugensteuntje, bijvoorbeeld als hij de b en de d door elkaar haalt: teken op een kaartje een bed dat bestaat uit de letters b, e en d, geef de b een neus (‘in bed ligt je hoofd aan de bovenkant‘) en plak dit kaartje op tafel.

 
4. De leerling schrijft te klein

  • Te klein schrift is vaak priegelschrift, als gevolg van een verkrampte duim en wijsvinger, waardoor de vingers niet soepel kunnen bewegen.
  • Klein schrijven kan ook een signaal zijn van goede vaardigheid: de leerling is motorisch al toe aan smallere liniatuur met minder afstand tussen de hulplijnen. Kijk samen met de leerling of hij of zij kleinere liniatuur aankan.
  • Het verschil tussen verkrampt en vloeiend schrift is te zien aan de vloeiendheid van de lijnen: verkrampt schrift heeft hoekige lijnen, terwijl vloeiend klein schrift minder variatie in de letters laat zien.


5. De leerling drukt te hard

  • Laat de leerling licht en donker kleuren met een potlood of pen: hij ervaart dan verschil in pendruk zonder aandacht te hoeven besteden aan letters of woorden.
  • Maak meteen de overstap van licht of dun kleuren naar ‘dunne’ letters.

 
Eerst duidelijk, dan snel

In groep 3 en 4 is kwaliteit belangrijker dan kwantiteit. Het gaat erom dat kinderen de juiste lettersporen en goede verbindingen leren maken. Daarbij kun je de liniatuur steeds een beetje kleiner maken, zodat leerlingen nauwkeurig leren schrijven en hun handschrift verkleinen. Wanneer de leerlingen de letters en letterverbindingen onder de knie hebben en een leesbaar schrift hebben, is het tijd om ‘schrijfkilometers’ te maken. Eerst leren kinderen duidelijk schrijven en vervolgens gaat het schrijftempo spontaan omhoog. Pas in groep 5 en 6 gaan leerlingen oefenen met schrijftempo.

In het boek Aan de slag met handschriftonderwijs lees je nog meer over waarom schrijven zo belangrijk is en waar je per groep aan kunt werken. Het boek zit boordevol tips en oefeningen om meteen in de praktijk te brengen.

Handschriftonderwijs
Op de hoogte blijven? Meld je dan aan voor de nieuwsbrief.
Op de hoogte blijven?
Meld je dan aan voor de nieuwsbrief.
Formulier succes
Formulier foutmelding
Adresgegevens
Boom test onderwijs
Prinsengracht 747-751
1017 JX Amsterdam

Klantenservice
ma-vrij 8.30 – 17.00
020-524 45 14
klantenservice@boomtestonderwijs.nl
Contact
Marion van Hees
toetsadviseur
06-150 148 66
m.vanhees@boom.nl

Heleen de Koning
toetsadviseur
06-542 464 04
h.dekoning@boom.nl
 

Noortje Denteneer
ondersteuning toetsadviseurs
020-215 13 56
n.denteneer@boom.nl
Volg ons
Boom LVS is een uitgave van Boom test onderwijs
Gebruiksvoorwaarden digitale content
Algemene voorwaarden
Algemene voorwaarden zakelijk
Disclaimer
© Boom uitgevers Amsterdam